Samenwerking huisartsen

Het HagaZiekenhuis heeft de ambitie om in gezamenlijkheid  met de huisartsen te komen tot intensieve samenwerking met tot doel “de juiste zorg op de juiste plek”. Dit betekent dat de patiënt de benodigde zorg op de juiste plek door de juiste zorgverlener in de zorgketen ontvangt. Om invulling te geven aan deze ambitie willen wij medisch specialistische expertise optimaal beschikbaar stellen in de keten. Dit betekent samenwerking en verbinding met de huisartsen en een veranderende rol van de medisch specialist in ons ziekenhuis en die van de huisarts. De medisch specialist krijgt een meer consulterende rol in de zorgketen waarbij de huisarts de regie voert, ondersteund door de medisch specialist. De medisch specialist wordt meer dan voorheen direct toegankelijk voor de huisarts voor consultatie van medisch specialistische kennis. Om deze toegankelijkheid mogelijk te maken voorzien we verschillende middelen: teleconsultatie, telefonische consultatie, meekijkconsulten, patiëntbesprekingen en mogelijkheid tot (vroeg)diagnostiek vanuit de huisarts.

Doelstelling

Dit betreft de inrichting van zorg dichtbij de patiënt door middel van de inzet van een medisch specialist in een consulterende rol naar de huisarts. Dit betekent dat de consultatiemogelijkheden tussen huisarts en medisch specialist worden uitgebreid en het triagebeleid binnen het HagaZiekenhuis geoptimaliseerd.

Resultaat

Verbreding van de medisch specialistische zorg van de patiënt over de muren van het ziekenhuis en reductie in de huidige instroom van patiënten voor poliklinische zorg (een deel van deze reductie van zorg is noodzakelijk voor de opvang van de toenemende zorgvraag).

Concreet betekent dit dat wij een reductie van tenminste 5% poliklinische zorg mogelijk achten per vakgroep in 2019 ten opzichte van het productieniveau op de polikliniek in 2018. Sommige vakgroepen kunnen wellicht meer dan 5% behalen. Dit betreft de fysieke poliklinische productie in het HagaZiekenhuis. Deze reductie kan door de vakgroepen worden behaald door inzet van:

  • Reductie van verwijzingen door verbeterde triage;
  • Reductie van poliklinische consulten door inzet van consultatie (zoals teleconsultatie);
  • Reductie door actieve terugverwijzing (verlaging van herhaalfactor);
  • Aandacht voor “first time right”: patiënt bij eerste polikliniek bezoek bij de juiste specialist;
  • Reductie van intercollegiale consulten (deze wordt verder meegenomen in paragraaf 5d).

Deze reductie per vakgroep is noodzakelijk om de verwachte zorgvraag op te vangen. Om deze reductie mogelijk te maken verwachten we een toename van 5-10% aan inzet van consultatie in de eerstelijn. Voorbeelden hiervan zijn digitale teleconsultatie, telefonische consultatie, patiëntbesprekingen en meekijkconsultatie.

Een belangrijke kanttekening bij deze doelstelling is dat de poliklinische productie tussen 2017 en 2018 met +6,5% gestegen. Het totale potentieel per vakgroep verschilt, zoals eerder al gesteld. Deze doelstelling geldt uiteraard exclusief eventuele zorgverschuivingen. Indien er aantoonbare zorgverschuivingen plaatsvinden dient de doelstelling voor de vakgroep herijkt te worden.

Doelgroep

Laagcomplexe chronische en electieve zorg binnen elke vakgroep. Vaststelling van top 3 doelgroepen per vakgroep (in samenspraak met huisartsen). De doelgroepen kunnen een verandering van de instroom of een verandering van de uitstroom (vervolgconsultatie bij chronische zorg) te weeg brengen. Voorbeelden:

  • Interne geneeskunde: diabetes mellitus, chronische nierinsufficiëntie, CVRM.
  • Longgeneeskunde: COPD, astma
  • MDL: functionele darmklachten
  • KNO: oorsuizen en gehoorproblematiek
  • Heelkunde: laagcomplexe ingrepen bij ASA I/II patiënten laten plaatsvinden in LLZ